BAS-rijders gaan ‘volle pot’ door eerste proef
BAS-rijders gaan ‘volle pot’ door eerste proef
Jan van Gerven snapte niet goed waarom hij startnummer 129 had gekregen voor de Dakar 2015. Op die plaats hoort hij helemaal niet thuis. Hij had zich daarom voorgenomen om zo snel mogelijk zo ver mogelijk naar voren te geraken. Met de 63ste tijd in de eerste etappe mag je wel stellen dat dat gelukt is.
Van Gerven was niet de enige motorrijder uit het BAS Dakar-team die als een komeet omhoog schoot in de ranglijst. Caspar Schellekens boekte 28 plaatsen winst, Sjors van Heertum maakte 27 plaatsen goed, zijn broer Caspar 17. Bastiaan Nijen Twilhaar, met startnummer 64, wachtte op de anderen van het team en verloor daardoor tijd en heel veel plaatsen.
De eerste proef, 175 kilometer, was geen moeilijke maar wel een gevaarlijke omdat hij zo snel was. Op de lange, rechte paden werden snelheden van 160 plus gehaald.
Jan van Gerven – 63ste
“De eerste 15 tot 20 man die ik tegenkwam, was ik zo voorbij. Daarna werden de gaten steeds groter. Op zich niet vervelend, want dan kun je je eigen tempo rijden. In het laatste deel heb ik nog een man of zes ingehaald. Het was lastig rijden, omdat ik veel sneller ben dan de groep waarin ik moest starten. Je rijdt in het stof, hebt je aandacht bij het inhalen en ineens ligt er dan een haakse bocht voor je neus.
Het ging meteen vanaf het begin volle pot. Wat werd er hard gereden zeg. Op sommige stukken ging het met 165, over van die vlakke boerenpaden. Eigenlijk is dat niks voor mij. Als je hard gaat, kun je ook hard vallen. Ik heb liever wat zwaarder en technischer terrein, met zand en duinen.
Ik ben blij dat ik wat meer in de buurt van mijn eigen plek terecht ben gekomen. Ik verwacht dat ik morgen, in de tweede etappe, nog wel wat kan opschuiven. Morgen begint het pas echt; het is lang geleden dat we een proef van boven de 500 kilometer hebben gehad. Op zo’n stuk kan er veel gebeuren. Ik moet alleen zorgen dat er met mij niks gebeurt.”
Sjors van Heertum – 94ste
“Ik ben blij dat het er op zit: 174 kilometer stofhappen op een proef van 175 kilometer. Ik heb er heel wat ingehaald – tien, twintig, dertig… Toch heb ik niet boven mijn kunnen gereden. Ik heb best rustig aan gedaan, voor mijn gevoel. Mijn pols, die ik tien weken geleden heb gebroken, is weer een beetje dik aan het worden. Het is afwachten hoe die het houdt, dus ik ben er voorzichtig mee. Gelukkig hoeven we niet meer in een tentje te slapen, maar kunnen we in de truck slapen.
Morgen wordt een spannende dag. Het wordt knap warm, zeggen ze, en dan is 500 kilometer over gevarieerd terrein, met duinen op het eind, best zwaar. Ik verwacht dat er morgen een stuk of veertig uitvallen. Daar wil ik niet tussen zitten.”
Caspar van Heertum – 108ste
“Binnen zonder kleerscheuren, dus dan is het goed. Ik heb vandaag iets gedaan waarvan ik me had voorgenomen het nooit te doen: vol gas door de proef. Het kon ook haast niet anders, het was echt supersnel terrein. Ondanks de snelheid, heb ik geen risico’s genomen. Het ging hartstikke goed. Als team draaien we als een goed geoliede machine.”
Bastiaan Nijen Twilhaar – 145ste
“Ik ben heel rustig begonnen, omdat ik moest wachten op Caspar. Voor me kwam een rijder hard ten val. Ik ben meteen bij hem gestopt en heb op de alarmknop gedrukt. Dan komt er hulp naar de plaats van het ongeval. Het zag er slecht uit, maar na een tijdje kreeg die jongen weer lucht en knapte wat op. Toen ben ik maar weer verder gegaan, achter Caspar aan, want die was me ondertussen gepasseerd. Een mooie proef was het vandaag niet, maar die komen er nog wel.”