Herstelde BAS-rijders in standje afzien
Met dank aan de juiste hersteldrankjes, -pillen en -sapjes kenden de vijf heren van het BAS Dakar-team geen al te grote problemen in de derde etappe. Jan van Gerven kwam met de 57ste tijd als eerste van het kwintet aan in Chilecito. Bastiaan Nijen Twilhaar sloot de rij op plaats 105. Hij reed een poosje rondjes vanwege een haperende gps.
Met 220 kilometer was de proef goed te overzien. De eerste 150 kilometer waren bovendien niet echt moeilijk. Het laatste stuk, door een rivierbedding met rotsen en stenen, was wel pittig. Ieder van de BAS-rijders kwam wel wat tegen onderweg, maar niet van dien aard dat het voor groot oponthoud zorgde. “We staan in standje afzien,” zei Caspar Schellekens. “Dat valt het al gauw mee.”
Jan van Gerven – 57
“Het begin, een stuk van zo’n 110 kilometer WRC-achtige gravelpaden, was helemaal niet moeilijk. Maar ik moest achter vier quads starten en heb 120 kilometer in hun stof gehangen. Ik had makkelijk 150 kilometer per uur kunnen rijden, maar door die stomme quads kon ik niet harder dan 100, 110. Stomvervelend! Dat zijn momenten waarop de Dakar gewoon niet leuk is. Toen ik er eenmaal voorbij was, kon ik mijn eigen tempo rijden. Uiteindelijk heeft het me niet meer dan een kwartier gescheeld, schat ik. Met het resultaat ben ik niet ontevreden. Als ik zo blijf doorkachelen, komt die veertigste plaats vanzelf.
Morgen moeten we in alle vroegte de Andes over. Ik heb van de voorgaande jaren geleerd dat ik me goed moet aankleden. Ik doe een lange onderbroek aan, zo’n thermobroek die je ook draagt bij het mountainbiken in de winter. Onder mijn motorjas doe ik een regenjackje en er overheen nog een. Zo bouw ik een soort spouwmuur.”
Caspar Schellekens – 93
“Gisteravond en vanmorgen zijn we door onze verzorger Wim de Cramer voorzien van allerlei sapjes, sportdrankjes en vitaminepillen, dus we zijn wel goed hersteld van de zware tweede etappe. Sinds die rit staan we met z’n allen op standje afzien. Dan zijn de grenzen al zo verlegd, dat een rit als die van vandaag altijd meevalt. Ik heb in safe mode gereden. Ik heb een heleboel stenen gezien met mijn naam erop, maar ik ben er mooi omheen gereden.
Op het laatste stuk, met heel veel van dat witte klapzand, reed ik samen met Sjors. Ik was door mijn watervoorraad heen en dan merk je wel dat je lijf aardig wordt leeggezogen. Dat had niet veel langer moeten duren.”
Sjors van Heertum – 97
“We zijn de derde dag door, dus ik ben nu al verder dan vorig jaar. Het is prima gegaan. De laatste 60, 70 kilometer waren lastig. Het was een en al trialen. Harder dan 20, 25 kilometer per uur kon ik niet. Dat eindje heeft me twee, drie uur gekost. Ik voelde mijn pols. Die heeft het zwaar in zulke etappes. Ik probeer het gewricht te ontzien, maar dat kan niet altijd. Voorlopig houdt ‘ie zich goed.
Morgen de Andes over. Brrr! Ik zie er tegenop. Ik heb die pas een keer met de auto gedaan en toen dacht ik nog: Dit is niet fijn met de motor, in de kou en in het donker. Ruim 900 kilometer in totaal, met het begin in de kou en het eind in de hitte in de duinen.”
Caspar van Heertum – 102
“Door die laatste 70 kilometer was het nog best een pittige dag. De eerste 150 kilometer verliepen zo voorspoedig, dat ik al verwachtte dat er nog iets zou komen. Dat bleek. Over het geheel genomen viel het allemaal wel mee. Na gisteren valt alles mee. Ik ben gelukkig goed fit en heb goed kunnen slapen, waardoor ik er geen last meer van had.
Vanavond ga ik ook vroeg slapen. We moeten voor dag en dauw vertrekken en het wordt een lange dag. Toen we vorige keer, twee jaar geleden, over deze pas reden nam ik me voor om dat nooit meer te doen, maar morgen moet het toch nog maar eens.”
“Mijn gps gaf aan dat ik een waypoint had gemist. Dat vond ik raar, want ik reed samen met de andere jongens en die hadden wel alle waypoints. Ik ben toch even gestopt om te kijken wat er scheelde. Toen ik terugreed om het waypoint op te halen, bleef de gps raar doen. Ik heb een paar rondjes gereden en toen wist ik eigenlijk niet meer goed waar ik was. Ik ben maar doorgereden en kwam weer bij de anderen. Na de proef hield de gps er ineens helemaal mee op. Ik denk dat het draadje los is gekomen, waardoor hij geen voeding meer kreeg.
Die oversteek van morgen vind ik nu al vervelend. Een doodsaaie lange weg, in het donker. Vorig jaar heb ik op de motor zitten schreeuwen en zingen om wakker te blijven. Ik denk dat ik morgenochtend een handvol cafeïnepillen naar binnen gooi. Dan moet het wel goed komen.”