Liefhebber en Van Geel in de clinch met quads

De quads zijn eigenlijk bij niemand in de Dakar erg populair – behalve dan bij de quadrijders. De maken veel stof, ze rijden in de weg, ze zijn net te breed om er voorbij te kunnen. Marco van Geel had er na 100 kilometer stof van een stuk of tien quads happen ook meer dan genoeg van. Maar Hans-Jos Liefhebber pakte in elk geval één quadrijder terug in de derde etappe van de Dakar. “Ik heb me toch een schik gehad,” schaterde de BAS Dakar-rijder.

 

Zowel Van Geel als Liefhebber moest achteraan starten bij het begin van de tot 190 kilometer ingekorte proef tussen Termas de Rio Hondo en Jujuy. Van Geel omdat hij de tijd (nog) niet had terug gekregen die hij had doorgebracht bij een gewonde motorrijder, Liefhebber omdat hij lang had gewacht op teammaatje Caspar van Heertum, die hard was gevallen. “Mijn snelheid ligt veel hoger dan die van de quads in het achterveld,” vertelde Liefhebber. “Ik had er goed de gang in, omdat ik snel terug bij Cas wilde komen. Maar dan moet je wel eerst die quads voorbij en die maken een hoop stof en rotzooi.

 

Op het parkoers van vandaag vonden ze het ook nodig – of gewoon leuk – om een beetje te driften in de bochten. Dan kom je er al helemaal niet meer langs, omdat ze daarvoor te breed zijn en te veel stof maken. Op een gegeven moment was ik het zo beu dat ik er eentje buitenom heb ingehaald en even een lesje in driften heb gegeven. Och, ik heb zo’n schik gehad. Dat soort dingen kom je voorin niet tegen.”

 

Marco van Geel had zoiets ook wel gewild, maar hij zat klem achter zo’n grote kluit quads, dat er geen beginnen aan was. Van Geel ging als voorlaatste motorrijder op weg en zat gevangen achter tien, vijftien quads. “Als het er één of twee waren geweest, was ik er wel langs gekomen, maar dit waren er te veel. Ik heb het geprobeerd: op de kant gaan rijden en proberen er zo voorbij te gaan, maar de paden waren te smal en ze maakten te veel stof. Ik heb me er maar bij neergelegd. Ik kan me er over gaan zitten opwinden, dat haalt toch niks uit. Laat maar gaan dan.”

 

Verderop in de special werd het terrein breder en kon Van Geel er alsnog langs. Toen begon het ook te regenen. “Prima,” vond hij. “Geen stof meer, toch wel aardig wat grip en geen quads meer. Die laatste 50 kilometer heb ik me uitstekend vermaakt.”

 

Ook Jan van Gerven en Caspar en Sjors van Heertum hadden het best naar hun zin op de ingekorte proef. Met name Caspar kwam het goed uit dat het geen moeilijke en geen lange proef was, na zijn val van de dag ervoor. “Ik ben toch best hard op mijn onderrug gesmakt. Die voelde ook helemaal stijf aan vanochtend. Gelukkig werd het gaandeweg wel beter en was het best een aardige proef. Lekker snel, zo voorbij.”

 

Een proef om ‘voor op het stuur te hangen en met de kont te draaien’, oordeelde Van Gerven. “Er was niet veel aan. Ik heb niks te lijden gehad van die proef. Sterker nog, het was een proef waarin je kon uitrusten. Dan heb ik toch liever etappes waarin je moet bikkelen, waarin je iemand kunt inhalen omdat ‘ie stuk zit en jij nog niet.”

 

 

Geen reacties

Plaats een reactie